Duurzaamheid krijgt een stem in beeld en geluid bij AVEX

News

Duurzaamheid krijgt een stem in beeld en geluid bij AVEX

In de audiovisuele sector lijkt duurzaamheid lastig haalbaar: apparatuur verbruikt veel energie, gaat relatief kort mee en klanten willen steeds de nieuwste technologie. Toch kiest AVEX, een familiebedrijf met bijna veertig jaar ervaring, bewust voor een andere koers.

‘Wij willen niet alleen de AV-sector vooruithelpen, maar ook als voorbeeld dienen voor andere branches,’ zegt managing director Marjolein Koens-Schaddelee. Met BRIX Zero laat AVEX zien dat je niet hoeft te wachten op regelgeving: wie zelf initiatief neemt, kan de toon zetten voor een hele industrie.

Van familie- naar impactbedrijf

Waar veel spelers in de sector inzetten op snelle rendementen en overnames, kiest AVEX bewust voor de lange termijn. ‘Wij willen niet alleen vandaag of morgen relevant zijn, maar ook voor komende generaties,’ vertelt Koens-Schaddelee. Die visie komt voort uit een groeiende zorg om elektronisch afval, en de overtuiging dat techniek en duurzaamheid wel degelijk samengaan, mits je het goed aanpakt.

Ketenpartners als sleutel

Voor AVEX ligt de kern niet alleen in de techniek, maar vooral in de samenwerking met partners als Sony, Samsung en Logitech. Het bedrijf ging met hen in gesprek en stelde de vraag: hoe maken we audiovisuele oplossingen slimmer, beter en duurzamer? Koens – Schaddelee: ‘Wij hebben de gesprekken geïnitieerd, maar inmiddels dagen we elkaar uit en gaat het echt om co-creatie. Dat geeft veel energie.’ Deze open dialoog vormt de basis om samen tot slimmere en duurzamere oplossingen te komen.

Een tastbaar resultaat is de samenwerking rondom het digitale productpaspoort. Hoewel Europese regelgeving nog in ontwikkeling is, heeft AVEX daar met partners alvast een eigen format voor ontwikkeld. Zo wordt per onderdeel duidelijk welke materialen er gebruikt zijn, wat de CO₂-uitstoot is en hoe hergebruik mogelijk wordt. Alle informatie wordt transparant vastgelegd in het GSES-platform en onafhankelijk gecontroleerd.

Koens – Schaddelee: ‘Door dit initiatief proberen we nu ook met de Europese Unie het gesprek aan te gaan over hoe dergelijke productpaspoorten eruit kunnen komen te zien. Het is verrassend hoeveel invloed je kunt hebben als je de juiste mensen meekrijgt.’ Het laat zien dat ketensamenwerking niet alleen resultaat oplevert, maar ook deuren kan openen die je nooit voor mogelijk hield.

“Het is verrassend hoeveel invloed je kunt hebben als je de juiste mensen meekrijgt”

Marjolein Koens-Schaddelee, managing director AVEX

Transparantie en meetbaarheid

Sinds de lancering in mei 2025 zijn de reacties positief. ‘Klanten zeggen: dit hebben we nog niet eerder gezien,’ aldus Koens-Schaddelee. Tegelijk merkt ze dat veel organisaties worstelen met hun verantwoordelijkheid, vooral bij scope 3-emissies. BRIX Zero biedt daarvoor een concreet instrument: meetbare data over energieverbruik, materiaalstromen en CO₂-impact. De eigen productiefaciliteit draait volledig op zonne-energie; de rest wordt gecompenseerd.

Win-win in de keten

Resultaten ontstaan alleen als het voor alle schakels in de keten voordeel oplevert. ‘Duurzaamheid moet niet alleen goed voelen, maar ook een solide businesscase zijn,’ benadrukt Koens-Schaddelee. Door partners te laten zien dat circulaire oplossingen zowel impact als rendement opleveren, groeit de gezamenlijke motivatie om door te zetten.

Lessen voor andere sectoren

Met BRIX Zero laat AVEX zien dat zelfs in een energie-intensieve en snel veranderende industrie circulaire en CO₂-neutrale oplossingen haalbaar zijn. Die aanpak kan ook inspirerend zijn voor andere sectoren, zoals de meubelindustrie, waarmee AVEX al gesprekken voert.

De belangrijkste les: Zorg ervoor dat je de juiste partners op het juiste niveau meekrijgt en ga samen innoveren. Dat vraagt om co-creatie, draagvlak in alle lagen van organisaties en een gezamenlijke ambitie om er iets van te maken.

Vooruitblik

De ambitie is om BRIX Zero verder uit te rollen en duurzaamheid en transparantie in elk concept centraal te stellen. ‘Alleen door samen te werken met de keten kunnen we echt verschil maken. Zo zorgen we dat we niet alleen vandaag, maar ook voor de komende generaties relevant zijn,’ besluit Koens-Schaddelee

Share this post


GSES: “één uniforme taal voor duurzame bouwsector”

News

GSES: “één uniforme taal voor duurzame bouwsector”

Met de ondertekening van een intentieverklaring door tien organisaties, zet de bouwgroothandel samen met GSES een grote stap op weg naar uniformiteit in duurzaamheidsdata binnen de bouwsector.

“Het spreken van één uniforme taal is essentieel op weg naar een duurzame sector”, zei Kelly Ruigrok, CEO en oprichter van Global Sustainable Enterprise System (GSES) eerder tijdens het drukbezochte Duurzaamheidsevent waar de samenwerking werd bekrachtigd.

Onderdeel van de samenwerking is de oprichting van de stichting Sustainabuild Collective. “In de bouw weten we allemaal hoe lang een meter is en hoe zwaar een kilo. Maar als je vraagt naar de duurzaamheid van materialen, krijg je tien verschillende antwoorden. Tijd om de krachten te bundelen en te komen tot een uniforme standaard”, zegt Roel Laban, directeur van de nieuwe stichting. In die rol is Laban het eerste aanspreekpunt en verantwoordelijk voor het op- en uitbouwen van de stichting. Het eerste stichtingsbestuur van Sustainabuild Collective is inmiddels gevormd en bestaat uit Lex Hemels (Veris), Olaf de Boer (Zevij-Necomij, Dries Bauwens (Asamco) en René van het Hof (TABS).

Eén taal spreken

Sustainabuild Collective is een stichting zonder winstoogmerk en zonder leden. Het voornaamste doel is helder. Samen met het platform van GSES zorgen dat duurzaamheidsclaims van organisaties met betrouwbare en geverifieerde data worden onderbouwd. Laban: “We werken aan een standaard die de duurzaamheid van materialen en producten eerlijk en eenduidig meet, voor de hele bouwsector. Zodat producenten, handelaren, opdrachtgevers en bouwers niet langer langs elkaar heen praten, maar samen de sector duurzamer kunnen maken.”

Gelijk speelveld

Volgens Laban is het uniform waarderen van duurzaamheidsdata belangrijk om een gelijk speelveld te creëren. “Daarvan profiteren alle actoren in de markt. Producenten vereenvoudigen met onze standaard hun duurzaamheidclaims. Eén platform met daarop alle data voor de aangesloten handelaren in de Benelux. Daardoor hoef je als producent minder vaak te rapporteren aan verschillende handelspartners.” Groot voordeel voor de bouwgroothandel is volgens Laban de mogelijkheid om makkelijker te kiezen voor een duurzamer assortiment, zonder daarvoor zelf meetmethodes te hoeven ontwikkelen. Dat maakt de selectie van en samenwerking met leveranciers veel efficiënter. Voor aannemers biedt het platform heldere en uniforme duurzaamheidsdata. Laban: “Bij welke vestiging van de aangesloten bouwgroothandels hij ook inkoopt, tijdrovend uitzoekwerk is niet nodig. Hij kan vertrouwen op betrouwbare informatie met een duidelijk vergelijk.”

Huis van duurzaamheid

Sustainabuild Collective maakt gebruik van het GSES-platform om zowel duurzaamheid van de organisatie van leveranciers in kaart te brengen, alsook die van hun producten. Hiervoor heeft GSES het Huis van Duurzaamheid ontwikkeld, wat al toegepast wordt in verschillende andere sectoren. Deze benchmark vertaalt namelijk ruim 500 internationale ESG-certificaten naar onderliggende KPI’s en maakt deze inzichtelijk. “In de benchmark onderscheiden we zes pijlers op organisatieniveau en drie pijlers op productniveau”, licht Ruigrok kort toe. “Bestaande certificeringen van leveranciers kunnen dus gebruikt worden binnen het GSES-platform om aan te tonen hoe een organisatie met duurzaamheid bezig is.”

Gevalideerde productdata

De producten worden binnen GSES gewaardeerd op hun ecologische en circulaire footprint en de effecten voor de gezondheid. “Alle data binnen de pijlers zijn niet alleen uniform, ze zijn ook gevalideerd en dus betrouwbaar. We gaan met GSES werken aan het inzichtelijk maken van datapunten die specifiek voor de bouw en industrie belangrijk zijn”, zo benadrukt Laban. Zo zal Sustainabuild Collective zich vooral focussen op de ecologische footprint, vastgesteld op basis van Life-Cycle Assessment (LCA) data Dat is voor de hele keten enorm belangrijk, want dan hebben we het over een eerlijk vergelijk van appels met appels. Bovendien is dit in lijn met de specifiek voor de bouw geldende wet- en regelgeving in Nederland en de EU.

Tien pioniers

In de aanloop naar de oprichting van Sustainabuild Collective hebben tien bouwgroothandels en inkooporganisaties zich verbonden aan het initiatief. Deze pioniers zijn Zevij-Necomij, Veris, Bouwcenter, De Stiho Groep (DSG), Grafton, de moeder van Isero en Polvo, Bouwmaat, 4Plus, TABS Holland, de moeder van onder andere PontMeyer en Jongeneel, Asamco, Meno en Copagro. Laban: “We zijn bewust vanuit de groothandel gestart, omdat zij het scharnier zijn tussen fabrikanten en aannemers.” Nu de oprichting van de stichting Sustainabuild Collective een feit is, werkt Laban aan het verbinden van meer partijen in de bouwkolom aan de stichting. “Daar blijven we ons de komende maanden op focussen om een zo groot mogelijk deel van de handelsketen betrokken te krijgen.”

Data beschikbaar maken

“Ook richten we ons nu op het aan boord krijgen van de fabrikanten. Samen met de brede vertegenwoordiging vanuit de groothandel, die hun private label producten gaan opvoeren in GSES, kunnen we hierin mooie stappen zetten.” Fabrikanten die aanhaken, worden verzocht om hun data te delen via het platform van GSES. “Die duurzaamheidsdata kan GSES – na toestemming van de leveranciers – via API’s rechtstreeks doorzetten naar de ERP of PIM-systemen van de inkopende partijen. GSES kan koppelen met data-systemen zoals EZ-Base, IB of 2BA om de data verder te ontsluiten. Daarbij bepaalt de fabrikant of leverancier altijd zelf welke informatie met wie wordt gedeeld”, licht Laban toe.

Benchmark in beweging

Daarna staan gesprekken met de 25 grootste bouwbedrijven in het land op de agenda. “Daar willen we het platform onder de aandacht brengen, maar ook kijken welke wensen en behoeften zij hebben. Met die informatie kunnen we de benchmark ook steeds verder optimaliseren”, zegt Laban.

Hij verwacht dat de benchmark ook door aanpassingen in wet- en regelgeving continu zal veranderen. “We gebruiken de GSES-standaard als uitgangspunt om samen met de hele bouwkolom tot een specifieke duurzaamheidstandaard voor de bouw te komen. Via de stichting willen we de dialoog hierover blijvend faciliteren.”

GSES

Kelly Ruigrok richtte het Global Sustainable Enterprise System in 2019 op. “Ik heb de ambitie om de wereld te veranderen, mooier te maken en goed achter te laten voor toekomstige generaties. Ik had eerder al ontdekt dat het in de wereld om standaarden en gevalideerde normen draait. Maar voor duurzaamheid waren er zoveel standaarden dat je door de bomen het bos niet meer zag. Zo kwam ik op het idee om uniforme standaarden en een metastandaard voor duurzaamheidsdata op alle niveaus te maken. Alle duurzaamheidsdata in ons platform worden onafhankelijk geverifieerd via onze partner Audit Independer, die de certificerende instellingen en auditors waar wij mee werken beheert. Alle audits en verificaties worden uitgevoerd door certificeringsinstanties die onder toezicht staan van de Raad van Accreditatie.”

De volgende stap was de lancering van het GSES SaaS platform waarmee Ruigrok liet zien wat duurzaamheid inhoudt en hoe partijen samen de wereld mooier kunnen maken. Het platform wordt inmiddels in talloze sectoren gebruikt en toegepast.

Het team van GSES werkt vanuit Rotterdam en bedient klanten over de hele wereld. GSES heeft klanten waarmee ze samen impact maken zoals Schiphol, de Europese Commissie, Xenos, AS Watson, Transdev en ABN Amro. “GSES bediende in 2020 de World Expo Duba, het eerste event dat op duurzaamheid werd gemeten. In de eventbranche werkt GSES ook voor stadions zoals de Johan Cruijff ArenA en meten we concerten en wedstrijden zoals Coldplay, KNVB en voor grote events zoals SAIL Amsterdam 2025.
Samen met Xenos lanceerde GSES de product impact score die alle producten voorziet van geverifieerde productdata op 3 duurzaamheids-footprints: Circular, Health en Environmental. De duurzaamheids-data word vanuit GSES ook getoond in de winkels en webshops van de retailers die meedoen en samen impact maken, O.a. AS Watson met Trekpleister en Kruidvat doen dit nu ook. We werken met de Sustainabuild partners aan hetzelfde impact-effect in de bouwsector, zodat de groothandels en bouwmarkten de brug kunnen worden tussen producent en eindklant en de eindklanten kunnen gaan sturen op duurzamere producten”, aldus Ruigrok.

Sustainabuild Collective

[email protected]

www.sustainabuildcollective.nl

Share this post


Sustainable Procurement: Measuring is Improving

News

Sustainable Procurement: Measuring is Improving

Being transparent about sustainability efforts and results is key to sustainable procurement. The Global Sustainable Enterprise System provides a platform for this; expert Karin van IJsselmuide. Univé and Air Traffic Control the Netherlands (LVNL) have already started using it.

Sustainable procurement refers to purchasing with the most positive effects for society, the economy, and the environment throughout the entire product lifecycle (ISO 20400-2017). This term for sustainable purchasing is used internationally by businesses and is equivalent to the government’s term “socially responsible procurement.” Procurement organizations can have a significant impact on achieving sustainable goals, such as the Sustainable Development Goals (SDGs). Moreover, numerous regulations and legislative proposals are emerging, such as CSRD, IMVO, and CO2 reporting, which require organizations to be accountable. This is a good reason to start working on it, but in a clear, correct, and verifiable way.

5 Guidelines from the ACM

If there’s one thing we’ve learned from recent investigations and the sanctions imposed by the Dutch Consumer and Market Authority (ACM), it’s that some companies make a habit of pretending to be more sustainable than they actually are. Sustainability has become more of a marketing tool, which we call greenwashing. The five guidelines that ACM has issued offer support for both marketing and procurement departments:

  1. Clearly communicate the sustainability benefits of the product.
  2. Substantiate sustainability claims with facts and keep them up to date.
  3. Comparisons with other products, services, or companies should be fair.
  4. Be honest and concrete about sustainability efforts.
  5. Ensure that visual claims and labels are helpful and not confusing for consumers.

Being transparent and honest about sustainability efforts and results is central to sustainable procurement. Having an ambition, sustainable purchasing policy, or action plan to address sustainability is not enough. It is necessary to measure and substantiate sustainable procurement activities with facts. But where do you start, and how do you ensure that your own procurement process, suppliers, and the products they deliver do not rely on opportunistic sustainability claims? For this, we use the process of: tell me, show me, and prove me.

Tell me, show me, and prove me

Tell me: Start by having suppliers explain how sustainable they already are in areas such as circularity, CO2 reduction, employee health and safety. Show me: Once you have insight into the sustainability of your suppliers, ask whether they can substantiate the claims they’ve made and the information provided with facts or evidence. Prove me: If you have doubts about the facts provided or if the stakes are high for your organization, you can have the evidence verified by an independent expert or certifying body such as KIWA or Control Union.

Sustainability Labels

Since organizations often do not have all the expertise in-house or the ability to manage and verify sustainability data provided, it is helpful that sustainability labels exist. But how do you know if a label is recognized and validated? Gaining knowledge about this, creating your own questionnaires, and setting up the verification process are often not feasible for companies. Furthermore, it is not ideal for the market for every customer to ask for slightly different requirements on various themes.

Unique Standard

If the organization decides to request, analyze, and verify data from suppliers, it’s important to think carefully about the strategy behind it. And also consider the tool you need to help with this. There are various tools on the market that can assist with this, such as the Global Sustainable Enterprise System (GSES). This is a platform where you can see how each supplier addresses various sustainability themes. GSES uses a unique overarching standard for measuring the sustainability of organizations and products. This standard recognizes over five hundred existing sustainability standards, certifications, and eco-labels.

Based on this, GSES can measure the sustainability performance of organizations and products in areas such as sustainable procurement, CSR, CO2, circularity, health, safety, and biodiversity. Parties using GSES to measure their own or their products’ sustainability follow a standardized process. Depending on the sustainability theme being investigated, the organization undergoes an assessment and is asked to provide evidence. This evidence is externally verified as part of the process. The result is a standardized scorecard that shows the sustainability performance of the organization or product. This gives you a clear picture of your sustainability score, and you can zoom in on different areas. And all of this is based on verified information, ensuring transparency. With the supply chain dashboard, you also gain insight into the sustainability of your suppliers and have an immediate benchmark.

GSES House of Sustainability

The GSES House of Sustainability is a graphical representation (see the image on the next page) of the six sustainability perspectives measured by GSES:

  1. Corporate Social Responsibility (based on ISO 26000)GSES House of sustainability
  2. Sustainable Procurement (based on ISO 20400)
  3. Biodiversity (based on UNDP)
  4. Circular Economy (based on BS 8001)
  5. Health and Safety (based on ISO 45001)
  6. CO2 Reduction (based on ISO 50001, ISO 14064-1)

In the Netherlands, GSES works with companies such as Xenos, Wibra, ABN AMRO, Univé, the Ministry of Foreign Affairs, and Air Traffic Control the Netherlands (LVNL).

In the two boxes, strategic procurement advisor Willem de Jager of Univé Group and contracting manager Eric Sessink of LVNL share their experiences with GSES.

Action Plan

Sustainability measurement is just the beginning. It’s good to know where every supplier stands, but embedding the real strategy only begins after that. It’s recommended to establish an action plan. This allows you to start discussions with suppliers about their contribution to your own sustainability goals and/or include sustainability ambitions in contracts.

Insight

To really make progress in this area, insight is essential. The requirements that sustainable procurement places on organizations and individuals will grow with future legislation and market developments. Therefore, sustainability will always remain a key concern for the procurement discipline in the future.

UNIVÉ GROUP

Willem de Jager Unive

Willem de Jager, strategic procurement advisor at Univé Group: “In the context of CSR, Univé focuses on all Sustainable Development Goals, with extra emphasis on ‘Good Health and Well-being,’ ‘Climate Action,’ and ‘Partnerships.’ With the sustainability ambitions of Univé, Procurement and Contract Management must work to create impact in the supply chain. Just like black figures, green figures start with reliable data. When it comes to sustainability, we’re actually hardly aware of what our partners are doing in this area, so we can’t provide reliable reports. We’ve started placing ourselves on the GSES sustainability platform.

At the same time, we’ve asked our suppliers to do the same and, like us, be transparent. First and foremost because we want to know if a sustainable relationship with them also means a collaboration that has positive effects in terms of sustainability, but also to provide suppliers with a platform where they can show where they stand and what their ambitions are. A supplier’s scores in GSES are also accessible to other clients, so this system is a powerful tool for their tendering processes. The verified data in GSES reduces the chances of greenwashing and ensures that we can have quicker discussions about the substance of the collaboration. We can also provide reliable reports about where we stand. In the coming period, we want to work with suppliers to review the scores and identify opportunities for further sustainability.”

LVNL

Eric Sessink, contracting manager at Air Traffic Control the Netherlands (LVNL): “LVNL ensures the safe handling of air traffic in Dutch civilian airspace. Based on three pillars (climate, circularity, and health & social), goals have been set towards a sustainable LVNL. Socially responsible procurement is an essential tool to accelerate sustainability. To use sustainability as a distinguishing factor in tenders, we sought a tool that can objectively assess the sustainability claims of suppliers. The tool must be accessible to both Dutch and international suppliers and must have a robust certification process with a large supplier database. Based on this, GSES emerged as the best option. With this tool, we can see how our suppliers are performing in sustainability. It also provides information that helps us start discussions to improve and monitor this process.

Another advantage of the GSES platform is that a supplier is easily compared to the average in their sector. LVNL’s sustainability goals are incorporated into tenders to challenge suppliers to contribute to them. Additionally, last year we invited the top 200 current suppliers to register on the GSES platform in the areas of Corporate Social Responsibility, CO2 Reduction, and Circular Economy. LVNL also fills out the assessment. This allows the outside world to see what efforts we’re making in this area. Of the approximately 200 current suppliers, 31 have voluntarily registered so far. Eleven of these suppliers have been validated by GSES on their sustainability performance. Starting in 2023, more ambitious criteria will be included in every tender. Currently, registration on the three pillars is voluntary for our suppliers. However, depending on how the market develops, we may make the industry average a minimum requirement in tenders.”

Share this post